Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [30]De poorten der rivieren zullen geopend worden, en [31]het paleis [32]zal versmelten. 30. Dat is, de waterpoorten. Hier wordt gesproken van het water van den Tiger en andere beekjes daarin en daaruit vlietende, en dicht onder de stad Nineve lopende. De zin is: Se vijand zal aan dien hoek in de stad vallen, waar zij schijnt het allersterkst te wezen, te weten, daar ter plaatse waar de Tiger en andere beken lopen. Diodor. Siculus zegt. lib.3, Biblioth. cap.7, dat als de Chaldeen Nineve belegerd hadden, zo is de muur dezer stad, door het hoge oplopen van den Tiger omgeworpen, over een lengte van twintig stadien, door welke bres de vijanden in de stad vielen. 31. Of, de tempel, want het Hebr. woord betekent beide, zo een paleis als een tempel, en versta hier den tempel van den Assyrischen afgod. 32. Te weten, foor de hitte des vuurs, hetzij van het stoffelijke vuur, of van den brandenden toorn Gods. Anders: zal wegvlieten. Dir past wel, indien men ziet op den groten oploop van het water.